Al eeuwenlang worden planten gebruikt voor hun geneeskrachtige eigenschappen. Zelfs voor het maken van onze moderne medicijnen gebruiken we werkzame stoffen uit planten, al worden ze nu vaak in het laboratorium geproduceerd.
Natuurgeneeswijzen als homeopathie en fytotherapie maken wel nog gebruik van plantaardige stoffen. Fytotherapie, letterlijk plantengeneeskunde, gebruikt zelfs uitsluitend plantaardige stoffen.
Ziek als straf van de goden
Al in het oude Griekenland gebruikte de arts Hippocrates aftreksels van knotwilgenschors om gewrichtsontstekingen, pijn en koorts te bestrijden. Later ontdekte hij dat wilgenschorsthee ook hielp bij buikloop. In tegenstelling tot zijn collega’s geloofde Hippocrates niet dat ziektes straffen waren van de goden. Hij onderzocht het verband tussen slechte leefomstandigheden en ziektes en maakte van geneeskunde een wetenschap. Zo werd hij de grondlegger van de moderne geneeskunde.
Tot op de dag van vandaag leggen artsen nog steeds de (iets aangepaste) "Eed van Hippocrates" af voor de Nationale Raad van de Orde der Artsen.
Past de hulst in het genezende plaatje? Uiteraard. Hulst is niet alleen een gekende Bachbloesem, hulstthee is ook een natuurlijk medicijn. Het werd vroeger gebruikt om koorts te verlagen en vocht af te drijven.
The black drink
Net als koffie bevat hulst een stevige portie cafeïne. In de Verenigde Staten dronken de kolonisten de "black drink", op basis van hulst, als vervanger van koffie.
Wetenschappelijk onderzoek heeft ondertussen aangetoond dat de black drink al bij de Indianen geschonken werd. Niet alleen dagelijks, maar ook tijdens rituelen.
Drankjes op basis van de Ilex vomitoria en Ilex cassine werden door mannen gebruikt voor het ritueel reinigen en zuiveren van het lichaam. Ook als opwarmertje voor religieuze rituelen, onderhandelingen of oorlog deed het dienst. Een deel van het proces bestond uit braken, wat je zelfs uit de naam van de plant "vomitoria" kunt opmaken (vomitting betekent braken in het Engels).
In het zuidoosten van de Verenigde Staten bleef de drank populair tot in de 20ste eeuw. De behoorlijke hoeveelheden cafeïne verklaren waarschijnlijk ook de verknochtheid van Che Guevara aan zijn mate, een infuus van de matéplant (Ilex paraguariensis).