In de lente wordt Haspengouw overspoeld door toeristen die massaal naar onze provincie trekken om te genieten van de bloesempracht. Ook in Japan stromen de parken vol in het "hanami"-seizoen om te feesten. Voor de Japanners staat de kersenbloesem symbool voor schoonheid van korte duur en teken van een nieuw begin.
De Japanse bloemenpracht is ook bij ons bekend. Deze sierkersen horen tot het geslacht Prunus maar hebben niets met onze zoete kers of kriek te maken. Ze zijn zuiver decoratief. Om van de Yosinokers, (Prunus x yedoensis), te genieten, moet je naar de Japanse tuin in Hasselt of het arboretum in Bokrijk.
Bokrijk heeft zelfs een eigen selectie, Prunus x yedoensis "Martine", met een kenmerkende reuzengroei. Aan de Molenpoort in Hasselt vind je ook verschillende exemplaren.
Schimmel
De meeste bekende en "beruchte" Japanse sierkers is weliswaar Prunus "Kanzan". De boom werd ooit massaal aangeplant in tuinen en lanen. Typisch zijn de wat zware vaasvorm en de dikke dubbele roze bloesems in april.
Ze gingen grotendeels ten onder aan Monilia, een schimmelziekte. Eerst worden de bloesems aangetast, daarna sterven de takken en uiteindelijk gaat de hele boom dood. Meteen een goed voorbeeld om kritischer te kijken naar de beplanting in tuinen en lanen.
Prunus "Kanzan" is een kweekproduct: het resultaat van enten op onderstammen. Kortweg kun je stellen dat één plant verdeeld wordt over duizenden tuinen en straten. Dat is vragen om problemen. Alle exemplaren zijn immers identiek. Eens een parasiet zich heeft geïnstalleerd, is het doodsvonnis getekend. Voor Prunus "Kanzan" was dat de Moniliaschimmel.
De weinige exemplaren die overbleven, gedijen nu mooi omdat de parasiet door voedseltekort gedeeltelijk uitgestorven is.
Moraal van het verhaal? Ga als tuinbezitter of groendienst voor variatie en durf een wilde zaailing te planten.