Bij het planten van bomen moeten een aantal regels gerespecteerd worden. In bepaalde gebieden kan het verboden zijn of moet een vergunning aangevraagd worden. Omdat de regels verspreid zijn over verschillende wetgeving geven we hier een beknopt overzicht. Uitgebreide informatie vind je op de website van het Agentschap voor Natuur en Bos.
Het Veldwetboek voert een vergunning in voor bosaanplantingen in het agrarisch gebied. Het Bosdecreet voegt hier een aan te vragen advies van Departement Landbouw en Visserij aan toe. Bijgevolg is voor bebossing in agrarisch gebied een vergunning van het college van burgemeester en schepenen vereist van de gemeente waar de bebossing plaats zal vinden en een advies van Departement Landbouw en Visserij - Afdeling Beleidscoördinatie en Omgeving (ABCO).
Als het planten van bomen zorgt voor een vegetatiewijziging of een wijziging van een klein landschapselement (KLE), dan kan het planten van de bomen verboden zijn of kan een omgevingsvergunning voor vegetatiewijziging(en) nodig zijn. Meer info vind je via www.natuurenbos.be/natuurwijzigen.
Voorbeelden van vegetaties zijn vennen, heiden, moerassen, duinvegetaties, niet recent omgeploegde en ingezaaide graslanden, loofbossen en houtachtige beplantingen. Onder de KLE’s rekenen we de bermen, bomen, knotbomen, bomenrijen, bronnen, dijken, houtkanten, hagen, holle wegen, hoogstamboomgaarden, perceelsrandbegroeiingen, sloten, struwelen, poelen, veedrinkputten en waterlopen.
In de gebieden die behoren tot het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) zijn vegetatiewijzigingen of het wijzigen van kleine landschapselementen (KLE’s ) zoals bomen verboden behoudens ontheffing.
In de Speciale Beschermingszones (SBZ) afgebakend in het kader van Natura 2000 kan voor een vegetatiewijziging een omgevingsvergunning voor vegetatiewijziging(en) nodig zijn. Bovendien kan het zijn dat een passende beoordeling moet worden opgemaakt indien het planten van de bomen vergunningsplichtig is. Terugkoppeling met ANB is in deze nodig.