De esdoorn (Acer) zet ons graag op het verkeerde spoor. De boom heeft helemaal geen doornen en lijkt ook niet op een es (Fraxinus). Hoe hij aan zijn Nederlandse naam komt, is niet helemaal duidelijk. Wat we wel weten, is dat de esdoorn een geslacht is met enorm veel soorten, cultuurvariëteiten en mutaties. Typisch is de stand van de handvormige bladeren: ze staan altijd recht tegenover elkaar. Maar je herkent hem meteen aan de gevleugelde zaden die als een helikopter naar beneden dwarrelen.
Mastodonten in parken
De veldesdoorn (Acer campestre), gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus) en de Noorse esdoorn (Acer platanoïdes) kom je regelmatig tegen. Nochtans is alleen de veldesdoorn inheems. Campestre betekent trouwens "van het veld".
De soort groeit van nature in riviergebieden, beekdalen en in de randen van essen- en eikenbossen. Kenmerkend zijn de bladeren met vijf afgeronde lobben.
In bossen, parken en laanbeplanting zetten de gewone esdoorn en de Noorse esdoorn de toon. Ze kunnen uitgroeien tot echte mastodonten. Hoewel je in de wetenschappelijke naam "plataan" herkent, zijn de bomen geen familie. De bladeren lijken wel wat op elkaar. De gewone esdoorn heeft grotere, zacht lobbende bladeren; het blad van de Noorse esdoorn heeft scherpe punten.
Andere verschillen tussen de twee zijn de rechtopstaande bloemtuilen van de Noorse esdoorn (bij de gewone esdoorn hangen ze naar beneden) en dat de Noorse esdoorn in de zomer melksap geeft als je er een blaadje van afrukt.
Ver-esdoorning van het bos
De gewone esdoorn heeft zijn naam niet gestolen, in die zin dat hij bij ons rijkelijk voorkomt en hier dus "gewoon" is. De gewone esdoorn groeit op elke soort grond. Je vindt massaal zaailingen in parken en bossen. Zoveel zelfs dat men soms spreekt van "ver-esdoorning" van onze bossen of parken.
Dat zou kunnen komen door de klimaatopwarming. Normaal gezien komt de esdoorn vooral voor in bergachtige gebieden van centraal Europa, met uitlopers tot in de Krim. In de 17e eeuw zou hij bij ons geïntroduceerd zijn. Dat hij zich ondertussen helemaal thuis voelt, is wel duidelijk.
Bonsai onder de esdoorn
Tot slot mogen we de Japanse esdoorns niet vergeten. De Japanners hebben er hele boeken over volgeschreven. Er zijn dan ook oneindig veel variaties. Meestal zijn het struiken tot kleine boompjes, echt "gartenfähig" zoals ze in Duitsland zeggen. De verkoop is dan ook big business, ook buiten Japan.
In vele Limburgse tuinen kreeg een of andere Japanse cultivar een plaatsje.
Tips voor trips
Wil je esdoorninspiratie opdoen? Kijk tijdens je volgende shoppinguitje dan zeker eens rond op de groene boulevard in Hasselt waar Noorse esdoorns zijn geplant. Een echte kanjer vind je terug bij het "Kasteel Mariaburcht" in Stevoort. Daar staat de dikste gewone esdoorn van Limburg met een omtrek van zo’n 4 meter.
Ook Bokrijk bezit een uitgebreide esdoorncollectie.