Om het pad van de klimaatneutraliteit in te kunnen slaan, was het voor het provinciebestuur van het grootste belang een zicht te krijgen op de uitstoot van de broeikasgassen op zijn grondgebied en van het aandeel van de verschillende sectoren daarin. Daarom liet het provinciebestuur een wetenschappelijke studie uitvoeren door een consortium van deskundigen ter zake: VITO, Arcadis Belgium, KU Leuven Energy Institute en Pantarein.
De wetenschappelijke studie bestond uit drie grote delen:
- het voorstellen van een werkbare en maatschappelijk verantwoorde definitie van het concept "Limburg klimaatneutraal"
- het ontwikkelen van twee scenario's die tot klimaatneutraliteit kunnen leiden
- het formuleren van aanbevelingen voor lokale besturen.
De studie kwam tot stand dankzij de financiële steun van Limburg Sterk Merk (LSM), stichting van openbaar nut.
Het provinciebestuur maakte bij de aanvang van de studie al enkele belangrijke keuzes:
- naast CO2 ook methaan (CH4) en lachgas (N2O) mee te nemen in zijn reductiebeleid en te term "klimaatneutraal" te gebruiken
- te streven naar klimaatneutraliteit op zijn grondgebied en de eigen broeikasuitstoot niet op te heffen door compensaties op andere plaatsen in de wereld
- klimaatneutraliteit voor Limburg betekent dat de uitstoot van broeikasgassen maximaal even groot is als de opname.